Knie oprekken leidt tot herstel kraakbeen en jaren langer zonder pijn

Onderzoeker: Prof. dr. Floris Lafeber 
Looptijd: 2011 - 2016
Fonds: ReumaNederland
Auteur: Riëtte Duynstee

 

Bij versleten kraakbeen in de knie wordt lopen steeds pijnlijker. Dankzij een ‘kniedistractor’ lukt het om het kraakbeen te herstellen, waardoor een knieprothese kan worden uitgesteld. De bedenkers werken nu aan verbetering, met advies van patiënten. 

‘Een versleten knie’, zo heet het in de volksmond. Als het kraakbeen in de knie verdwijnt, wordt bewegen steeds pijnlijker. Uiteindelijk krijgen patiënten een kunstknie. Die gaat zo’n 15 jaar mee. Hoe actiever de patiënt, hoe sneller vervanging nodig is vanwege slijtage en loslating. Bij zo’n tweede kunstknie is het resultaat veel minder gunstig, want de kwaliteit van het omliggende weefsel is lang niet meer zo goed als bij de eerste prothese. Daarom willen artsen de plaatsing van een eerste knieprothese zo lang mogelijk uitstellen.

Frame in het been

‘Ruim 5 jaar geleden zijn we ons onderzoek gestart en hebben we de eerste “starre” kniedistractors geplaatst’, zegt coördinator van het onderzoek in het UMC Utrecht Floris Lafeber. ‘We bevestigen 2 stangen in de lengterichting van het been; één aan de binnen- en één aan de buitenzijde. Ze zijn in het boven- en onderbeen vastgeschroefd. We rekken het gewricht 6 weken lang een aantal millimeters op, zodat de beschadigde kraakbeenoppervlakten elkaar niet meer raken. Dankzij vering in de kniedistractor blijft er beweging in de gewrichtsvloeistof die het kraakbeen voedt. Dat is waarschijnlijk essentieel voor het helingsproces.’ 

Jaren pijnvrij

De meeste patiënten die 5 jaar geleden zijn behandeld zijn nog steeds pijnvrij, vertelt Lafeber. ‘We kunnen de plaatsing van een kunstknie dus minstens 5 jaar uitstellen, en waarschijnlijk veel langer. Dat is enorme winst voor patiënt en maatschappij.’ De methode wordt al veel langer gebruikt bij een versleten enkelgewricht; deze patiënten zijn gemiddeld 10 jaar lang pijnvrij. Lafeber: ‘We starten binnenkort een vervolgonderzoek met een mechaniek in de stangen die de knie iets beweeglijker maakt dan de starre stangen met alleen vering: gescharnierde kniedistractie. Wellicht herstelt het kraakbeen nog beter. Iets meer beweeglijkheid is sowieso plezierig voor patiënten. Ze vinden het heel vervelend dat ze de knie niet kunnen buigen.’

Scharnierend frame
Foto: Ivar Pel 

---

Mede dankzij de inbreng van patiënten kunnen we de vervolgstudie starten

---

Ervaringsdeskundig

Berry Meegdes (49) kan erover meepraten. Hij kreeg de kniedistractor in 2011. Bovendien werd hij gevraagd om mee te denken over het onderzoek en de voorlichting aan patiënten. ‘Er zijn veel praktische zaken waar artsen niet aan denken’, zegt hij. ‘Bijvoorbeeld dat de distractor te breed is voor een broekspijp, dat slapen in zijligging onmogelijk is, en traplopen moeilijk. Ik heb van de thuiszorg op eigen initiatief een hoog-laagbed laten komen, zodat ik beneden kon slapen. Ook heb ik zelf een douchestoel, bedtafeltje en plasfles gehuurd. Inderdaad, misschien ondervinden niet alle patiënten evenveel hinder als ik. Maar het is wel goed als de onderzoekers rekening houden met de mogelijkheid van zoveel ongemak. Dat heb ik als suggestie meegegeven.’

Van lab naar kliniek

Het vervolgonderzoek naar de gescharnierde kniedistractor valt binnen het Programma Translationeel Onderzoek van ZonMw. In de subsidieronde van 2013 bundelt ZonMw de krachten met de Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF). Het onderzoek wordt mede gefinancierd door het Reumafonds, dat lid is van de SGF. Ingrid Lether is manager research en innovatie bij het Reumafonds. ‘Wij steunen onderzoek naar kniedistractie al jarenlang structureel. Maar tot voor kort kon niemand aantonen dat het kraakbeen ook werkelijk regenereert. Toen hebben wij gezegd: “Onderzoek dat eens in het lab. Kijk eens of je fundamenteel kunt aantonen wat er gebeurt en wat de kwaliteit is van het nieuwe kraakbeen”.’

Het labonderzoek bevestigt de bevindingen van patiënten en ook dierexperimenteel onderzoek wijst uit dat het kraakbeen herstelt. Ingrid Lether: ‘Ook donateurs van het Reumafonds weten nu dat hun bijdrage hét verschil kan maken. Bovendien willen we dat de distractor commercieel gefabriceerd gaat worden, zodat specialisten in heel Nederland de techniek gaan toepassen om een knieprothese uit te stellen. Dat gebeurt alleen met keihard bewijs.’

Patiëntenparticipatie

De subsidiegevers benadrukken het belang van patiëntenparticipatie. Ze eisen van de onderzoekers bovendien een lekensamenvatting en terugkoppeling van de onderzoeksplannen. Reumatologen in het UMC Utrecht vinden dat een goede zaak; zij nodigen ook voor het vervolgonderzoek weer twee patiënten uit om mee te denken in de projectgroep. Onderzoeker Anne Karien Marijnissen, coördinator binnen de afdeling Reumatologie & Klinische Immunologie van het UMC Utrecht: ‘De inbreng van ervaringsdeskundigen is onmisbaar. We vroegen de patiënten: “Wat vind je het meest vervelend van kniedistractie?” Ze antwoordden nagenoeg unaniem: “Dat je de knie niet kunt buigen.” In eerste instantie hebben we toen de therapie 2 weken verkort; van 8 naar 6 weken. Maar ook bracht hun reactie ons op het idee van een distractor die enige buiging van de knie mogelijk maakt. We hebben het plan met hen besproken en hun suggesties meegenomen bij de ontwikkeling. Mede dankzij de inbreng van patiënten kunnen we de vervolgstudie starten.’

Arrow-prev Arrow-next